Evenement : Oefening
Evenementdatum : 20 en 21 maart 2004
Locatie : Fort by Vechten en omgeving
Foto’s : Helaas is er geen foto reportage van dit evenement
Hoe de re-enactmentgroep 41 Pabrig AVC zijn eerste AMO onderging.
In het weekeinde van 20 en 21 maart 2004 had de re-enactmentgroep 41 Pabrig AVC zijn eerste gezamenlijke uitje van het jaar 2004 (als een soort beloning voor de drie oefendagen die we dit jaar al achter de rug hadden). Het uitje werd voor ons verzorgd door de werkgroep “Dienstplicht” van de VHM. Wat het zou worden was dus een totale verrassing. Wel wisten we dat er op zaterdag een aantal bezoeken gebracht zouden worden aan interessante objecten en dat er de zaterdag op zondag “iets” op het Fort bij Vechten zou plaats vinden.
Het uitje begon zaterdagochtend met een bezoek aan de voormalige bunker van het RVI in de Spaanse polder. Deze bunker is door een aantal leden van de bovengenoemde werkgroep geadopteerd en wordt door hen in een zo oorspronkelijke mogelijke staat terug gebracht.
In tijden van dreiging uit het voormalige Oostblok was het de bedoeling dat deze bunker bemand zou worden met personeelsleden van de R(ijks) V(erkeers) I(nspectie). Dit personeel zou dan als opdracht hebben om de stroom van, voornamelijk Amerikaans, materiaal van de Rotterdams haven naar het bedreigde gebied in goede banen te leiden.
Het was de bedoeling dat dit personeel enige tijd in de bunker zou verblijven. Hiertoe is er een keuken/kantine ingericht, alsmede slaapplaatsen, een kleine medische ruimte, douche en toilet ruimten. Is de bunker voorzien van eigen stroom en water voorziening en had men de beschikking over een eigen communicatie netwerk.
Gelukkig is het nooit werkelijk actief geweest want het is waarschijnlijk dat de spanningen tussen de personeelsleden hoog hadden kunnen oplopen (veel personen, ongetraind in dergelijke situaties (want het RVI was/is een burgerinstantie), in een kleine ruimte opgesloten).
Naast attributen die daadwerkelijk tot de inventaris van de bunker behoren waren er ook zaken te bewonderen die gebruikt werden ingeval de Rotterdamse metrostations tot schuilkelder zouden worden omgetoverd.
Na afscheid genomen te hebben van deze bunker gingen we op pad naar het museum van de heer de Groot. Beter bekend onder de naam “Marchall museum” te Zwijndrecht. Wie hier al eens is geweest behoeft niet verteld te worden wat een pracht aan WW2 voertuigen en attributen hier te bewonderen valt. Voorbeelden hiervan zijn de volledig uitgeruste mobiele werkplaats, de barc, het diorama van de Red Ball express.
Voor velen van ons was dit het eerste bezoek en voor diegene die al eens eerder hier geweest waren was er genoeg nieuws te ontdekken.
Na beide enerverende bezoeken afvaart richting Fort bij Vechten. Aldaar bed gemaakt en het avond eten genuttigd. Gelijktijdig met ons was er ook nog een feest van Ouderen Alleen op het Fort aan de gang. Dus het was gezellig druk.
Na het avond eten werden de leden van de re-enactmentgroep gesommeerd om zich buiten op te stellen. Hierbij bleek al snel dat de organisatoren van ons uitje zich als kader ontpopte en dat wij ons op onze eerste AMO (algemene militaire onderricht) bleken te bevinden. Voor enkele van ons was dit een hele schok, zij hebben namelijk de dienstplicht niet meer meegemaakt.
Onze eerste opdracht was om ons zorgvuldig opgemaakte bed te verkassen van, de lekker verwarmde ruimte, naar een koude kale ruimte in het Fort. Veel protest waar het kader snel korte metten mee maakte. Alles in looppas (de conditie is ook al niet meer wat het geweest was).
Na de inspectie voor de bedden (waar nogal wat aan mankeerde) kregen we exercitie onderricht, dit gaf de benodigde hilariteit (hoewel we dit als groep momenteel redelijk onder de knie hebben speelden we het spel natuurlijk vol overgave mee). Het kader had zijn handen er vol aan.
Hierna kregen we de nodige theorielessen over b.v. de radiotelefonie procedures, de methoden van verplaatsing (tactisch groen, tactisch rood), diverse veldtekens, Veitono (de lessen waren in overleg met de leiding van de re-enactmentgroep 41 Pabrig vastgesteld).
Na de nodige theorie moet natuurlijk het e.e.a. in praktijk gebracht worden. Hiertoe had men een tweetal casus uitgewerkt.
De eerste casus was de bewaking van het Fort. Zowel poortbewaking als wacht lopen. Hiertoe werd er een wachtcommandant aangewezen die de rest van de groep mocht indelen. Het werd een 1 uurs wacht in groepen van twee personen gedurende de gehele nacht. Tijdens de bewaking werden de diverse wachten geconfronteerd met verdachte personen, personen die ten onrechte toegang verzochten tot het Fort (kenden het wachtwoord Golf Papa niet of maar half), geconstateerde aanvallen alsmede “gewonden”. Al dit kwam tezamen bij de wachtcommandant die derhalve niet de gematste baan had die hij zich bedacht had (i.p.v lekker binnen bij de kachel, nu druk regelen van de wacht aflossingen, het bijhouden van radiologboeken, het inzetten van extra wachten, het uitzoeken van alarmposities en het toewijzen van de bemanning daartoe). Ook waren we opeens een wacht kwijt. Gelukkig greep het kader geassisteerd door de Koninklijke Marechaussee op tijd in. De wacht bleek door enkele van de vrouwelijke Ouders Alleen te zijn uitgenodigd en ja, begrijpelijk, zo’n uitnodiging konden ze, als dienstplichtige, niet afslaan. Beide zijn hiervoor op gepaste wijze “gestraft”.
De tweede casus bleek een verkenning te zijn nabij het Fort het Hemeltje, ongeveer een viertal kilometers verwijderd van Fort bij Vechten. De bedoeling was om onder tactisch rood dit Fort te verkennen en aldaar geconstateerde afwijkingen te terug te melden.
Onder tactisch rood verplaatsen betekend o.a.:
- geen contact maken
- in volledige dekking verplaatsen
- alleen communicatie d.m.v. veldtekens.
Zeker dit laatste bleek vannacht moeizaam uitvoerbaar want het was pikke donker. Hierdoor was de onderlinge afstand tot een minimum beperkt en was af en toe het contact met de verkenner verloren. Langs rietkragen, door (min of meer) droge sloten, onder dekking kruisingen overstekend gingen we op weg richting Fort het Hemeltje. Doordat we dit zeer contentieus uitvoerden schoten we niet erg op en werden we halverwege door het kader opgevangen (hoe ze ons hebben gevonden? Waarschijnlijk omdat een van ons zich met munitie kist en al in een (niet droge) sloot stortte met een plons als gevolg). Hierna mochten we overgaan in verplaatsing onder tactisch groen. Dit schoot op. Na, nabij het Fort, van een kleine versnapering genoten te hebben (trouwens waren we alle voorzien van het beroemde noodrantsoen bestaande uit o.a. kaakjes, jam, reep chocolade en de menthos rollen, dus omkomen van de honger en dorst (ieder had zijn veldfles uiteraard gevuld) behoefden we niet) vertrokken we weer terug richting Fort bij Vechten.
Zo langzamerhand verslapte de aandacht behoorlijk (we waren nu toch al zo’n 10 uur in touw op en rond het Fort) en kwamen we op het Fort aan met een paar man minder dan dat we waren vertrokken (het kader had een aantal mensen ongemerkt “verwijderd”). Zo zie je hoe makkelijk dit kan gaan. Vlak voor het Fort uiteindelijk alle schaapjes weer bij elkaar. Opgesteld in tweeën en in mars het Fort betreden zodat het er wel allemaal strak uit zag. Het was nu 5 uur in de ochtend geweest en werd het tijd om er een eind aan te breien. Gebruikelijk is bij om een en ander met een natje en een droogje af te sluiten maar een ieder was zo kapot dat men al snel zijn slaapzak ging opzoeken.
’s Morgens al weer vroeg op (09:00 uur). Ontbeten en de dag en nacht hiervoor geëvalueerd met de organisatoren.
Algemene conclusie: weekeinde geslaagd en zeker voor herhaling vatbaar.
Vanaf deze plek wil de re-enactmentgroep 41 Pabrig AVC de organiserende leden van de werkgroep “dienstplicht” van VHM nogmaals bedanken voor het onvergetelijke weekend. Alsmede de beheerder van Fort bij Vechten voor de genoten gastvrijheid.
C-41 Pabrig