In de eerste helft van de zestiger jaren werd dit de standaard uitrusting. Ransel en pukkel van dik webbing, de nachtmerrie van menig soldaat. De complete “berelul” (tenthelft met dekens opgerold en met mantelriempjes vast gezet op ransel en pukkel) was zwaar en vroeg vaak onderhoud. Het bekende koperpoetsen en blencoën begon hier. De bijbehorende schoenen M58 waren van goede kwaliteit maar vroegen ook doorlopend aandacht. De veldfles was van aluminium met een bakelieten dop…owee als er een zandkorrel hoorbaar was tijdens het losdraaien door de inspecterende sergeant…….. had je dat goed doorstaan kwam er nog eens hetzelfde geintje achteraan met de schroefdraad van je pionierschop….
Het gasmasker was van het type “K”. Een redelijk goed beschermend en comfortabel masker, onderhoud was te doen..alleen weer dat schroefdraad gedoe, nu de bevestiging van de oogglazen…..